Uitwerking van indicatoren
De buitenste schil van het ‘Rad’ bevat per thema de belangrijkste aspecten (11 in totaal, vetgedrukt in buitenste schil van het Rad). Per aspect zijn een aantal indicatoren benoemd, waar in het PlanMER op wordt ingezoomd (37 in totaal, bullets in buitenste schil van het Rad).
De 11 aspecten sluiten aan op de reikwijdte van leefomgevingsaspecten die is beschreven in de Omgevingswet en in de startnota ‘De opgaven voor de Nationale Omgevingsvisie’. De aspecten duiden de reikwijdte van het PlanMER. De indicatoren geven een nadere uitwerking van de aspecten. Het betreft een selectie die het resultaat is van het proces van raadpleging over de beoogde reikwijdte en detailniveau van het PlanMER.
Ten behoeve van de effectbeoordeling worden alle indicatoren beschouwd. In het PlanMER worden effecten beschouwd op het niveau van de vier perspectieven. Hierbij wordt in de beschrijving ingezoomd op bepalende effecten, kansen en risico’s (conform advies Commissie m.e.r. 2018). Aspecten en indicatoren waarvoor effecten, kansen of risico’s niet noemenswaardig zijn, worden niet expliciet uitgelicht. Dit betreft een inschatting op basis van expert judgement.
Bij het beschouwen en beschrijven van effecten wordt pragmatisch omgegaan met overlap en relaties tussen indicatoren; sommige indicatoren kennen onderlinge relaties en kunnen onder meerdere perspectieven of aspecten worden beschouwd. Uitgangspunt is dat effecten maar op één plek worden beschouwd en dat daarbij op die plek ook wordt ingegaan op eventuele relaties en indirecte effecten. Ook een eventuele wisselwerking van effecten die optreden in de lucht, op het maaiveld en in de ondergrond wordt daarbij expliciet benoemd.
Hieronder is een uitwerking opgenomen van de indicatoren uit het ‘Rad van de Leefomgeving’. Deze uitwerking vormt de basis voor de beschouwing van effecten in het PlanMER.
Tabel 1.2 | Uitwerking indicatoren beoordelingskader planMER NOVI.
Perspectief leefomgeving | Aspect | Indicator | Nadere uitwerking t.b.v. beschouwing van effecten |
Veilige en gezonde leefomgeving | Milieukwaliteit & gezondheid | Milieugezondheids-risico | Verandering in omvang van het milieugezondheidsrisico (o.a. door luchtkwaliteit en geluidhinder). |
Gezond gedrag | Verandering in omvang van de verplaatsingen lopend of met de fiets en een gezonde leefstijl. | ||
Veiligheidsrisico’s | Overstromingen | Verandering in de kans en het gevolg van overstromingen vanuit de rivieren en de zee (en daarmee het overstromingsrisico). | |
Aardbevingen | Verandering in de kans en het gevolg van aardbevingen in Nederland. | ||
Milieurampen | Verandering in de kans en het gevolg van milieurampen als gevolg van risico's van economische activiteiten. | ||
Verkeersveiligheid | De verandering van het aantal verkeerslachtoffers, het gedrag van verkeersdeelnemers en mobiliteitsontwikkelingen. | ||
Klimaat | Emissie en vastlegging van broeikasgassen | Verandering in de emissie en vastlegging van broeikasgassen. | |
Hitte & droogte | Verandering in de intensiteit en periode van hitte en droogte. | ||
Wateroverlast | Verandering in de kans op het voorkomen van en de gevolgen van wateroverlast. | ||
Goede omgevings-kwaliteit | Natuurlijke systemen | Bodem & ondergrond | Verandering in de kwaliteit en het natuurlijke systeem van de bodem en ondergrond. |
Grondwater | Verandering in de kwaliteit en het natuurlijke systeem van het grondwater. | ||
Oppervlaktewater | Verandering in de kwaliteit en het natuurlijke systeem van het oppervlaktewater. | ||
Stilte & duisternis | Verandering in het areaal stille, rustige en donkere gebieden. | ||
Natuur | Biodiversiteit | Verandering in de biodiversiteit. Tot stilstand brengen achteruitgang 2020. | |
Areaal natuurgebieden | Verandering in het areaal van natuurgebieden. | ||
Verbondenheid | Ruimtelijke samenhang van natuurgebieden. | ||
Soorten & habitats | Juiste milieucondities ten behoeve van het duurzaam instandhouden van soorten en habitats. | ||
Landschap & openbare ruimte | Waardevolle landschappen | Verandering in het areaal en de kwaliteit van waardevolle landschappen. | |
Openbare ruimte | Verandering in de kwaliteit van de openbare ruimte. | ||
Erfgoed & archeologie | Verandering in behoud en ontwikkeling van archeologie, gebouwd erfgoed (monumenten / stads- en dorpsgezichten), cultuurlandschap en werelderfgoed. | ||
Economische omgeving | Natuurlijke hulpbronnen | Drinkwater | Verandering in volume en kwaliteit drinkwatervoorraad. |
Minerale & fossiele hulpbronnen | Verandering in volume en kwaliteit van voorraad minerale en fossiele hulpbronnen. | ||
Grondstoffenbehoud (circulariteit) | Verandering in perspectief op het sluiten van grondstofkringlopen. | ||
Duurzaam landgebruik | Verandering in de mate van duurzaam beheer van het areaal buitengebied (incl. behoud bodemvruchtbaarheid). | ||
Economische vitaliteit | Werkgelegenheid | Verandering in het aantal banen in sectoren. | |
Verdienvermogen | Verandering in het verdienvermogen van sectoren. | ||
Kennis & innovatie | Verandering in de mate van kennisontwikkeling en innovatie. | ||
Nationale veiligheid | Verandering in de mate waarin de nationale veiligheid wordt gegarandeerd. | ||
Ruimtelijk economische structuur | Bereikbaarheid | Verandering in het aantal banen dat binnen een uur reistijd bereikt kan worden. | |
Energienetwerk | Verandering in de mate waarin vraag en aanbod voor energie zijn verbonden door de aanwezigheid van energie infrastructuur. | ||
Digitaal netwerk | Verandering in de digitale verbondenheid door de aanwezigheid van digitale infrastructuur. | ||
Vestigingslocaties | Verandering in areaal en kwaliteit van vestigingslocaties voor specifieke sectoren. | ||
Woonomgeving | Wonen & woonomgeving | Woningbouwlocaties | Verandering in areaal en kwaliteit van woningbouwlocaties. |
Voorzieningen | Verandering in aanwezigheid, kwaliteit en nabijheid van voorzieningen. | ||
Recreatie | Verandering in aanwezigheid, kwaliteit en nabijheid van recreatiemogelijkheden. | ||
Welzijn | Sociale samenhang | Verandering in de mate van (ruimtelijke) sociale samenhang. | |
Inclusiviteit | Verandering in de mate waarin iedereen gelijke kansen heeft om deel te nemen aan de samenleving. |