Aandachtspunten voor doorwerking in vervolgbesluiten over programma’s
Door optimalisering bij de verdere doorwerking van het beleid kunnen eventuele risico’s worden beheerst en kansen worden verzilverd. Concretisering van de in de ontwerp-NOVI opgenomen beleidskeuzes zal pas plaatsvinden zodra duidelijk is waar en hoe het beleid uitwerking krijgt. De uitwerking en doorwerking van beleidskeuzes zal in belangrijke mate vorm moeten krijgen in sectorale en gebiedsgerichte programma’s.
Betrek aandachtspunten op basis van belangrijke kansen en risico’s uit dit planMER bij vervolgbesluiten over programma’s
Op basis van de kansen en risico’s die in dit planMER zijn beschreven, zijn hierna aandachtspunten meegegeven ten behoeve van de nadere uitwerking en vervolgbesluiten over specifieke programma’s. In veel gevallen zal het nodig zijn om op het niveau van vervolgbesluiten opnieuw een milieubeoordeling uit te voeren. Voorgaande toelichting voor milieubeoordeling van decentrale plannen kan ook gelden voor specifieke programma’s.
Tabel 6.1 | Overzicht aandachtspunten voor programma’s en andere vervolgbesluiten
Belangrijke risico’s en kansen: | Aandachtspunten voor vervolg: | |||
Noordzee Strategie 2030 Nationaal Programma Noordzee 2022-2027 | Windenergie op zee levert een grote bijdrage aan de energietransitie. De benodigde ruimte voor wind op zee kan echter conflicteren met ruimte voor natuur; visserij; defensie; en het niet uitsluiten van een eventuele luchtvaart in de toekomst. Belangrijke risico’s van windturbines (inclusief platforms en/of eilanden voor conversie) op zee en aanlandingspunten hangen o.a. samen met mogelijke verstoring op natuurwaarden, landschap, archeologische waarden, bodem en recreatie. Een beperkt aantal aanlandingspunten voor wind op zee risico’s geeft daarnaast risico’s voor het optreden van fluctuaties op het energienet. Deze disbalans in het energiesysteem verhoogt de kwetsbaarheid ten aanzien van nationale veiligheid. |
| ||
Programma Nationaal Energiesysteem Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën (RES) | Zonneweides en/of windturbineparken leiden tot (ruimte) beperkingen voor (of verstoring van) andere gebruiksfuncties, zoals landbouw, natuur, landschap, water en wonen. Belangrijke risico’s van windturbines hangen o.a. samen met afname biodiversiteit (met name voor trekvogels en vleermuizen) en aantasting van open landschappen. Ook zijn er risico’s voor wonen & woonomgeving als gevolg van visuele verstoring, slagschaduw, ed. Voor zonnevelden is er sprake van het risico op een verminderde bodembiodiversiteit. Dit hangt samen met het tegenhouden van regenwater en licht. Daarentegen kunnen zonneweides een geschikt biotoop vormen voor grondgebonden zoogdieren, amfibieën en foerageergebied voor vogels. Het verduurzamen van nieuwe bouwwerken en woningen brengt voor de biodiversiteit en soorten en habitats zowel kansen als risico’s met zich mee. Risico’s hangen samen met mogelijke afname van bijvoorbeeld nestgelegenheid voor gebouw bewonende vogels en verblijfplaatsen van vleermuizen als gevolg van de renovatie. Kansen kunnen worden gerelateerd aan een natuurlijkere omgeving en natuur inclusief bouwen (bijvoorbeeld realisatie nestplaatsen en groen ten behoeve van biodiversiteit). |
| ||
Programma Nederland Circulair in 2050 Programma Verstedelijking/Wonen | Er is extra ruimte nodig voor circulaire economie in haven- en industriegebieden. De groei van productie in de haven, en de intensivering van het grondgebruik van de haven, kunnen botsen met de ontwikkelings- en bouwplannen in de omgeving. Een duurzame, circulaire economie brengt risico’s met zich mee voor de milieugezondheid (afname luchtkwaliteit, geluidshinder, veiligheidsrisico’s). Extra ruimtebeslag kan ten kosten gaan van aanwezige natuurwaarden, landschappelijke waarden en recreatieve voorzieningen. Ook kan er druk ontstaan op het leefmilieu (geluidshinder en luchtkwaliteit) en neemt hittestress en wateroverlast mogelijk toe. Er zijn o.a. kansen voor werkgelegenheid, verdienvermogen en vestigingslocaties. |
| ||
Nationale Ruimtelijke Strategie Datacenters | Nieuwe datacenters moeten slim worden gelokaliseerd ten opzichte van zowel de potentiële energiegebruikers als de energie-infrastructuur, om enerzijds overschotten (warmte) en (anderzijds) tekorten (elektriciteit) via het netwerk te kunnen voorkomen. |
| ||
Actieplan bevolkingsdaling (in relatie tot krimp- en anticipeergebieden) | Er wordt ingezet op spreiding van recreatie. Hierdoor wordt ook in relatief stille en donkere gebieden (buiten de randstad) een toename van toerisme verwacht. Dit vormt een risico voor deze gebieden met betrekking tot stilte en duisternis. Aan de andere kant neemt door spreiding van toerisme de recreatiedruk (en daarmee de verstoring op natuurwaarden af) in bijvoorbeeld kustplaatsen ter hoogte van Natura 2000-gebieden. |
| ||
Programma Verstedelijking/Wonen Woondeals met spanningsregio’s met verstedelijkingsafspraken | Een compacte stad vraagt ruimte voor wonen, werken, bereikbaarheid, groen, water en duurzame transities. Compactere verstedelijking (waarbij wonen en werken meer wordt gemengd) brengt risico’s met zich mee indien over de grenzen van verdichting wordt heengegaan. Dit kan ten koste gaan van de kwaliteit van de openbare ruimte. Er is minder ruimte voor groen en waterberging met hittestress en wateroverlast als gevolg. Ook ontstaan er meer verplaatsingen in een klein gebied met mogelijke knelpunten in bereikbaarheid en milieu (lucht, geluid, geur, omgevingskwaliteit). Tot slot brengt een compacte stad ook risico’s voor sociale samenhang en inclusiviteit met zich mee: een grotere vraag in de binnensteden zorgt voor hogere prijzen van woningen (met kans op sociale segregatie). |
| ||
Bereikbaarheidsprogramma’s voor drie metropoolregio’s |
| |||
Programma Veenweide Visie Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden IBP Vitaal Platteland | Een verhoging van het waterpeil in het veenweidegebied biedt kansen om veenoxidatie te beperken en daarmee de CO2-uitstoot te verminderen. Bij het instandhouden of verlagen van het huidige waterpeil zal een toename van de bodemdaling en CO2-uitstoot plaatsvinden. Bij verhoging van het waterpeil krijgen kenmerkende natuurwaarden in met name de veenweidegebieden meer ruimte voor natte natuur, waardoor biodiversiteit kan toenemen. Vernatting van een gebied kan ook zorgen voor licht negatieve effecten op grondgebonden (beschermde) diersoorten. De transformatie van het veenweidegebied biedt daarnaast ontwikkelingskansen voor het creëren van specifieke woon- en werkmilieus en andere economische sectoren. Aan de andere kant is er sprake van risico’s voor de landbouwsector als gevolg van het opzetten van het waterpeil. Dit kan ten koste gaan van werkgelegenheid, verdienvermogen en vestigingslocaties landbouw. Transitie kringlooplandbouw: Duurzamer gebruik van de bodem en het watersysteem alsmede inzet op natuur inclusief geneert kansen voor biodiversiteit en verbondenheid van natuurgebieden. Er is sprake van een afname van het gebruik van dierlijke- en kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. De transformatie naar kringlooplandbouw geeft risico’s voor de werkgelegenheid en verdienvermogen. |
|