Aandachtspunten voor het vervolg
De mate waarin de medeoverheden slagen in het verzilveren van kansen en het beheersen van risico’s voor de fysieke leefomgeving hangt af van:
In hoofdstuk 6 van dit planMER zijn de aandachtspunten uitgewerkt. Enkele specifieke aandachtspunten zijn hierna kort benoemd.
Het verdient aanbeveling om in de samenwerkingsafspraken met decentrale overheden en programma’s ook afspraken te maken over kwetsbare aspecten in de fysieke leefomgeving, waarbij de beleidskeuzes leiden tot risico’s en negatieve trends in de staat van de leefomgeving niet lijken te worden gekeerd. De uiteindelijke impact voor specifieke aspecten hangt vaak af van een combinatie van interventies door meerdere partijen voor meerdere opgaven op meerdere schaalniveaus. Heldere afspraken over hoe regie wordt gevoerd op een samenhangende en gezamenlijke doorwerking en uitvoering van de NOVI is nodig om te voorkomen dat kansen onbenut blijven en risico’s leiden tot negatieve effecten. Dit is in ieder geval van belang om de milieukwaliteit in de toekomst te kunnen garanderen, bijvoorbeeld als gevolg van keuzes over compacte verstedelijking. Maar ook de zorg voor het klimaat, de zorg voor natuurlijke hulpbronnen, het verbeteren van de biodiversiteit en het sociaal welzijn vergen aandacht bij het maken van afspraken over de doorwerking en uitvoering van de NOVI.
De doorwerking van het beleid in verschillende kaders van zowel Rijk als de decentrale overheden is nog met onzekerheid omgeven. Verschillende keuzes grijpen op elkaar in en kunnen consequenties hebben voor de staat van de fysieke leefomgeving. Een samenhangende uitvoering van het beleid is daarom belangrijk, waarvoor een vorm van regie op het niveau van de NOVI is aan te bevelen.
Met name bij de nadere uitwerking van programma’s en bij vervolgbesluiten over gebiedsgericht maatwerk in de regio is het van belang om rekening te houden met specifieke kansen en risico’s, zeker in gebieden waar ingrijpende keuzes samen vallen en hierbij zorgen voor druk op de bescherming en ontwikkeling van de staat van de fysieke leefomgeving. Te denken valt aan gebiedsgericht maatwerk voor stedelijke regio’s, delen van het landelijk gebied, haven- en industriegebieden en de Noordzee.
Verder stelt de NOVI een adaptieve aanpak voor. Monitoring en evaluatie vormt een cruciaal onderdeel om adaptieve aanpak mogelijk te maken. Om de 'hand aan de kraan' te houden bij de doorwerking en uitvoering van het beleid is het belangrijk dat niet alleen het doelbereik van het beleid wordt ‘gemeten’, maar ook belangrijke onzekerheden worden gemonitord en eventuele (indirecte) effecten voor kwetsbare aspecten van de fysieke leefomgeving nauwlettend worden gevolgd. Om voor kwetsbare aspecten belangrijke kansen te verzilveren en risico’s te beheersen, is het daarom belangrijk dat ook samenwerkingsafspraken worden gemaakt over een samenhangende monitoring. Aanbevolen wordt om dit onder te brengen bij de monitor voor de fysieke leefomgeving die tweejaarlijks wordt uitgevoerd door het PBL.